Anders zijn?!
Oriëntatie
Filosoferen over diversiteit. Hoe gaan we om met de verschillen? Het verschil tussen wat eigen is en wat vreemd is. Hoe leven we samen met erkenning van de verschillen? Voor jongeren is het belangrijk om bij de groep te horen. Alleen zijn en blijven is vaak een schrikbeeld. Anders zijn dan de groep wordt moeilijk. De filosoof Mill heeft het over het recht om anders te zijn? Hij stelt dat ‘De mens moet niet als een schaap achter een kudde aansjokken, maar moet een individu zijn die zijn eigen keuzes maakt.’
Voorbereiding
Opdracht 1
Schrijf vijf voorbeelden op van mensen die volgens jou anders-zijn. En waarom deze mensen volgens jou anders-zijn.
Mogelijke vervolgvragen
- Hoe kan je anders zijn? Noem enkele kenmerken
- Waarin kunnen mensen anders zijn?
- Wanneer is iemand echt anders?
- Hoe anders mag je zijn? Wanneer wordt iemand raar? Wat is raar?
- Mag je anders zijn?
- Wat is anders zijn?
- Wat betekent anders zijn?
- Waarin ben jij anders?
- Wanneer is iemand anders in de klas?
- Als iemand er erg anders uit ziet, durf je hem of haar dan aan te spreken?
- Is anders eng?
- Wanneer wordt anders eng?
- Waarmee heeft het te maken dat we anders zijn eng vinden?
- Hoe zou het zijn om iemand anders te zijn?
- Waarom zouden sommigen iemand anders willen zijn?
- Hoe belangrijk is het om tot een groep te behoren?
- Wanneer wil je tot een groep behoren? Wanneer wil je niet tot de groep behoren?
- Moet je anders dan anderen willen zijn?
- Waarom worden mensen die zich anders gedragen dan ‘normaal’ gepest?
Laat het filmpje zien en vraag wat de kinderen hebben gezien en gehoord?
Uitspraken
Anders zijn is de manier hoe je verschillende mensen mag en kan benaderen. Ik vind dat je bijvoorbeeld tegen een leraar u moet zeggen en tegen een medeleerling jij.
- Als je verliefd, boos, of verdrietig bent dan ben je anders.
- Als je, je anders gedraagt dan wat je bent, dan ben je anders.
- Je bent anders, als je een gek gezicht trekt.
- Je een ander mens wordt als je op jezelf gaat wonen, want dat geeft meer vrijheid.
Opdracht 2
Bekijk de foto’s en kies er iemand uit die volgens jou om een bepaalde reden “Anders is”.
Het doel van deze opdracht is dat je je probeert in te leven in iemand die “anders” is.
Voorbeelden van anderszijn:
- – Een jongen die een “meisjeshobby” heeft, of andersom.
– Iemand die zich inzet voor een bepaalde overtuiging.
– Iemand die een godsdienst aanhangt en waarbij dat ook duidelijk te zien is.
– Iemand die er “anders” of “apart” uitziet.
– Iemand met een handicap.
– Iemand die opvalt door zijn/ haar gedrag of houding naar andere mensen toe.
– Iemand die uit een ander land naar Nederland toegekomen is.
– Enzovoort ….
A. Verplaats je in deze persoon en bedenk hoe hij of zij de volgende vragen zou beantwoorden?
1. Op wat voor manier ben jij “Anders”?
2. Heb je ervoor gekozen anders te zijn of niet?
3. Hoe reageren ander mensen op jouw anders zijn?
4. Welke voor- en nadelen heeft het “anders zijn” voor jou?
5. Vind je het erg om anders te zijn? Waarom wel / niet?
B. Vervolgens beantwoord je nu voor jezelf de volgende vragen.
7. Hoe zou jij het vinden om op deze manier “anders” te zijn? Leg uit waarom.
8. a. Vind je dat hij/zij goed met het “anders zijn” omgaat?
b. Wat zou jij anders doen dan hem/haar?