Wat is geloven?
In een gemiddelde klas zitten kinderen met verschillende levensovertuigingen en religies. Sommige leerkrachten vinden het moeilijk om met leerlingen in gesprek te gaan over geloof. Men is bang dat de discussie uit de hand loopt. Geloof wordt in onze samenleving gezien als een privézaak. Een onderwerp dat te precair is om te bespreken. En dat terwijl religie een wezenlijk onderdeel van iemands identiteit is. Hoe kan je met mensen filosoferen over jezelf, wie je bent, zonder het te hebben over wat je gelooft. Het is onze ervaring dat een rustig gesprek over geloof mogelijk is.
Inleiding voortgezet onderwijs
Beginopdracht: maak vier zinnen:
- Schrijf een zin op waarvan je zeker weet dat hij waar is;
- En een zin waarin je je mening over iets opschrijft. Een zin die begint met ik vind…..
- En een zin die waarin je je overtuiging over iets opschrijft, Deze zin begint met ik ben ervan overtuigd dat…..
- En een zin waarin je iets over je geloof op schrijft. bijvoorbeeld een zin die begint met ik geloof in (humanisme, God, Boeddha, Allah, reïncarnatie, evolutieleer, enz., enz.)
Wat is het verschil tussen een feit, een mening, een overtuiging en een geloof? Voer hier een gesprek over.
Inleiding basisonderwijs
Begin het gesprek met de mededeling dat we een gesprek gaan voeren over geloven, dat dat een grote vraag is end at we deze eerst gaan onderzoeken door de vraag: wat is beloven. Begin met de vraag: als iemand je iets belooft, geloof je hem of haar dan? En wanneer wel en wanneer niet. Op een geven moment ontstaat als vanzelf het moment dat je het kan hebben over het verschil tussen geloven en zeker weten? Wat weet je zeker?
Vragen voor gesprek
- Wie gelooft er iets? Wat gelooft u, je? Waarin geloof je?
- Wat is geloven eigenlijk? Wanneer geloof je in iets of iemand? En wat is het verschil met geloven in een God?
- Waarom geloven mensen?
- Waarom geloof jij?
- Wat geeft (biedt) geloof mensen? Wat biedt het jou?
- Helpt geloof?
Opdracht
Laat de leerlingen deze schema’s invullen en voer gesprek aan de hand van de vragen op het schema’s.