2024 - (terugblik) Slavernijsporen

“Laten we trots zijn op onszelf”

Door kennis te delen, begrijpen we elkaar en het verleden beter

Tijdens twee mooie middagen in september 2024 varen wij met een groep enthousiaste, nieuwsgierige en welbespraakte deelnemers door de Amsterdamse grachten. We proberen de koloniale sporen te ontdekken van ons koloniaal verleden. Op zeer boeiende wijze vertelt gids Emilio over de geschiedenis van de panden die we voorbij varen. Velen waren eigendom van families die suikerplantages in Suriname bezaten. Tussendoor neuriet Emilio het lied faja sitong no brong mi so. En vertelt wat het betekent. Hete steen brand mij niet, brand mij niet. Vol verbazing en soms vol ongeloof kijken de deelnemers naar het Amsterdam historisch erfgoed. Een gedeeld verleden of niet?

Onderweg gaan de gesprekken over identiteit, autonomie en vrijheid. Gespreksleiders en deelnemers praten over vragen als: “Wisten we dit allemaal? ” “Kregen we deze informatie op de basisschool?” En: “Wat moeten we met die versieringen? Mogen dit soort panden versierd blijven met beelden die een zwart verleden symboliseren?” Maar de gesprekken gaan verder. Deelnemers vertellen dat er nog steeds onderscheid gemaakt wordt tussen de verschillende gemeenschappen, dat er een hiërarchie is die de gemeenschappen zelf in stand houden. De “Westerling” gaat nog steeds uit van suprematie.

Vrouwen van 65-75 jaar vertellen dat ze vroeger hebben geleerd zich te schamen voor het verleden, zich te schamen voor het zwart zijn. Onder Surinamers werd gezegd: “Ik kom niet van slaven af, dat was bij ons niet”. Of: “Ik ben misschien wel zwart, maar mijn familie is veel lichter”. Het ‘opkleuren’ door te trouwen met iemand die lichter is, was vroeger belangrijk. Jarenlang werd er op gehamerd dat je als zwarte minderwaardig was, zo raakte je je eigen identiteit kwijt. En het vervelende is: veel zwarte mensen gedragen zich nog steeds zo. Een deelnemer vertelt hoe in een hotel een zwarte baliemedewerker voorrang gaf aan een witte klant. Ze sprak de medewerker hierop aan, waardoor hij zich ervan bewust werd dat hij haar onterecht – vanwege kleur – had behandeld.
Een vader van een andere deelnemer zei op 1 juli altijd: “Vandaag vieren we de vrijheid, maar morgen voelen we weer de striemen”, waarmee hij bedoelde dat er nog steeds discriminatie en uitsluiting is. Een vrouw vertelt dat ze een Engelse achternaam heeft, wat veel voordelen heeft: “Mensen herkennen die naam niet als Surinaams en denken dus niet meteen aan een zwarte.”

We zijn er nog niet, maar laten we proberen deze manieren van denken te doorbreken, concludeert iedereen aan het eind van de boottocht. Laten we afscheid nemen van negatieve associaties met zwart, zoals ‘zwarte bladzijdes’. Laten we trots zijn op onszelf. Helden als Boni en Jolie Keur waren geen rebellen, maar verzetsstrijders. Tot slaafgemaakten waren juist hele sterke mensen, zij hebben het allemaal overleefd.


Deze dialoog was op maandag 23 en woensdag 25 september 2024 aan de Amsterdamse grachten.
Bedankt aan alle deelnemers die een bijdrage hebben geleverd aan deze dialoog.
Wij bedanken [naam of namen van de inleiders] voor de inspirerende inleiding.
Dialoogcoördinator: Cynthia Grootfaam

Onze gespreksleiders:
En de host:
Dankzij jullie deelname was dit een boeiend en leerzaam gesprek!